Geschiedenis van de molen

Het Premonstrantenklooster Heiligenberg werd in 1219 gesticht. Niet lang daarna werden twee molens opgericht. Althans dat vermoed men omdat molens een belangrijk economisch onderdeel van een klooster waren. Beide molens, de huidige Klostermuhle en die Bruchmuhlen werden in 1370 voor het eerst vermeld. Enkele jaren daarvoor woedde de pest door Europa. De graaf van Hoya wilden weten wie van zijn onderdanen nog leefden. Hij liet daarvoor een lijst opstellen. Op die lijst staat 'Curd de mullere van dem hilgenberghe' en 'Johann de mullere vam hilghenbergh'. Hoewel beide molens dus van de Heiligenberg waren, moest Curd de meeste pacht betalen. Dit komt omdat, de Bruchmuhlen, twee waterraderen had en de Klostermuhle slechts een. Curd was dus de eerste bekende molenaar van die Bruchmuhlen. *)

In 1532 werd die Bruchmuhlen vermeld als de Neddermuhle, de onderste molen, van het klooster op de Heiligenberg. Kort daarna werd het klooster, in verband met de reformatie, opgeheven. Slechts de beide molens herinneren aan die tijd. In 1749 werd het molenhuis hersteld en uitgebouwd. In 1990 volgden restauraties aan het rad en de waterinlaat. Tot 1996 werd er dagelijks drie ton graan gemalen.

Tekeningen uit 1780, die ook in het Rijksarchief te Hannover te vinden zijn, tonen de Bruchmühle met twee waterraderen en de kloostermolen met slechts één rad. De Bruchmuhlen stond lager en had een hoger waterpeil. Daarbij stromen er bij de Bruchmuhlen meerdere beken samen. De Bruchmuehlen heeft een debiet van 300 liter per seconde, een verval van 4 meter. Het huidige waterrad heeft een doorsnede van 3,9 meter.

Tussen 1885 en 2020 was de molen in bezit van de familie Hunecke. Daarna namen Bea en Romke de molen over. In 2020 is de as van het waterrad gerestaureerd. Het rad draait nu heel soepel en gelijkmatig en is in de slaapkamers van de gasten niet te horen.

* Bronverwijzing: Kreiszeitung.de am